Alcoholverslaving
De waarheid : alcoholmisbruik leidt na een korte periode van opleving tot een verminderd reactievermogen. De gedachten gaan onsamenhangend verlopen. Dit gebeurt al bij een concentratie van 0,5 promille. Bij toenemende concentratie van alcohol in het bloed (1 ‰) treden coördinatiestoornissen op. Bij 2 ‰ zijn alle hersendelen die de bewegingen coördineren onderdrukt en bij 3 ‰ is de persoon in de war of al buiten bewustzijn.
Hoewel alcohol kan helpen bij het inslapen treedt er een verstoring van het slaapritme op met verminderde Remslaap. Na inname van een fikse hoeveelheid alcohol wordt iemand vroeg wakker en kan dan meestal de slaap niet meer vatten.
De meest dramatische effecten spelen zich af in de lever. De lever is het orgaan waar alcohol wordt afgebroken en omgezet. Zelfs kort gebruik van alcohol leidt tot een vervetting van de lever met stapeling van vet en eiwitten. De lever wordt bij langdurig drinken geleidelijk groter door deze vervetting. Ontsteking van de lever en de alvleesklier zijn het gevolg en kan dodelijk verlopen. Uiteindelijk geeft de lever het op en schrompelt weg. Dit heet levercirrhose. Aangezien het bloed uit de darmen bij cirrhose niet goed meer door de lever kan stromen ontstaat extreem hoge bloeddruk in de bloedvaten van de darmen. Hierdoor kunnen een soort aambeien in de slokdarm ontstaan van waaruit een patiënt dood kan bloeden. Het eindstadium van een door alcohol aangetaste lever wordt hierdoor gekenmerkt, evenals door een geleidelijk stijgend ammoniakgehalte van het bloed. Het slijmvlies van de maag en de darmen kan door het plaatselijke effect van alcoholhoudende drank worden aangetast. In combinatie met verstoorde functie van de lever kunnen stoornissen optreden in de opname van essentiële voedingsstoffen. Ten gevolge van de slechte voedingsgewoonten die mensen die alcohol misbruiken er vaak op na houden, kan een gevaarlijk tekort aan vitamine B (m.n. van thiamine, Vit. B1) ontstaan met neurologische stoornissen tot gevolg (Ziekte van Wernicke).
Aangezien veel medicijnen door de lever worden omgezet kunnen er in combinatie met alcohol allerlei zeer gevaarlijke interacties optreden. Over het algemeen dient een combinatie van medicijnen en alcohol te worden afgeraden
Problematisch alcoholgebruik kan in verschillende vormen voorkomen, die in de praktijk in elkaar kunnen overvloeien. Over het algemeen maakt men onderscheid tussen 4 types:
- overmatig of excessief drinken
- probleemdrinken of alcoholmisbruik
- 'binge drinken'
- alcoholafhankelijkheid of alcoholverslaving
Wanneer je na een lange tijd intensief alcoholgebruik plots stopt met drinken kan dit allerlei ontwenningsverschijnselen met zich meebrengen zoals beven, zweten, onrust en zenuwachtigheid, angst, 'malaise' gevoel, slapeloosheid, misselijkheid en braken. Deze verschijnselen zijn op zich niet gevaarlijk en verdwijnen meestal na 7 tot 10 dagen van onthouding. Na 24 uur zijn de ontwenningsverschijnselen op een hoogtepunt, na drie dagen is het ergste voorbij. Sombere gevoelens en slapeloosheid kunnen echter nog enkele weken aanhouden. In sommige gevallen treden echter epileptische insulten op of komt een delirium tremens voor. Deze verschijnselen zijn op voorhand niet te voorspellen en kunnen levensbedreigend zijn.
De behandeling van een alcoholprobleem.
De meeste professionals denken dat stoppen met drinken de beste behandeling is voor alcoholmisbruik. Meestal wordt een vorm van gereguleerd drinken niet als de beste strategie gezien. Patiënten met alcoholgerelateerde problematiek komen meestal niet uit zichzelf voor een behandeling. Het kan een partner zijn die heeft aangedrongen, maar meestal is het bevel van een werkgever van groter gewicht. De beste behandelresultaten worden geboekt bij mensen die uit zichzelf komen omdat zij tot de conclusie zijn gekomen dat zij een probleem met alcohol hebben.
* De psychotherapie dient gericht te zijn op de redenen waarom iemand drinkt, waarbij een analyse kan worden gemaakt van de omstandigheden waaronder iemand tot drinken komt of is gekomen en waarbij onderzocht wordt welke strategieën de betrokkene heeft ontwikkeld in het omgaan met problemen. Soms is het zeer nuttig gebleken om de partner nauw bij de behandeling te betrekken. De houding van de therapeut dient actief te zijn aangezien het tegengestelde geïnterpreteerd kan worden als een teken dat het blijkbaar niet zo belangrijk is. Uitgebreid aandacht zal besteed moeten worden aan mogelijk onderliggende of nevengeschikte stemmingsstoornissen en angststoornissen.
*Naast psychotherapie is verwijzing naar Anonieme Alcoholisten (AA) aanbevolen. Vaak bestaat er in het begin een grote weerstand om zich bij een dergelijke organisatie aan te sluiten. Later ondervinden heel veel mensen veel steun en kunnen enthousiaste medewerkers worden.
* Medicatie. Wanneer het duidelijk wordt dat er een dubbele diagnose is, bijvoorbeeld een stemmingsstoornis of een psychotische stoornis dan zullen de medicijnen voor die onderliggende stoornis onmisbaar zijn. Daarnaast zijn er middelen die de zucht naar alcohol tegengaan en middelen die in combinatie met alcohol grote aversie teweegbrengen. Indien er vier weken na het stoppen met alcohol verschijnselen van angst of depressie aanwezig zijn is behandeling met een serotonineverhogend antidepressivum geïndiceerd. Benzodiazepines dienen in verband met optredende gewenning en afhankelijkheid beter niet en zeker niet lang gegeven worden. Propranolol kan ondersteuning bieden bij lichamelijke verschijnselen van angst en spanning zoals die optreedt bij podiumangst en sociale fobie.
Disulfiram (Refusal) is een medicijn dat twee dagen werkt en ingezet kan worden bij de trouw aan de belofte niet te zullen drinken. Combinatie met alcohol geeft direct de verschijnselen van een heel erge kater met misselijkheid en vermoeidheid. Er moet dus minstens 24 uur zitten tussen de laatste inname van alcohol en de start met disulfiram. Het middel moet niet of met bijzondere voorzorg worden toegepast bij mensen met hartklachten, chronische longziekten, gestoorde nierfunctie, leverziekten, zwangerschap en epilepsie. Combinatie met tricyclische antidepressiva dient te worden vermeden in verband met mogelijke hartritmestoornissen. Onderzoek is gaande naar het nut van middelen die de zucht naar alcohol, de craving verminderen. Sommige middelen die het op het dopaminesysteem werken bezitten die eigenschap. Ook sommige serotonerge antidepressiva kunnen een gunstig effect hebben. Bij alcoholverslaving heeft acamprosaat (merknaam: Campral) inmiddels een vaste plaats verworven. Het gebruik van lithium is aangewezen bij bipolaire stoornissen. Zowel het alcoholmisbruik als de stemmingsschommelingen kunnen hier goed op reageren.